Cellen in de nieren zijn in staat om via receptoren vast te stellen of bacteriën in de darmflora meer afvalstoffen produceren. Als er meer afvalstoffen aanwezig zijn, zullen de nieren hun capaciteit vergroten om deze schadelijke stoffen via de urine af te voeren. Dat blijkt uit onderzoek aan de Onderzoeksgroep Nefrologie en Niertransplantatie van de KU Leuven, in samenwerking met collega's van Antwerpen, Utrecht en Nijmegen.
Het verwijderen van afvalstoffen uit ons lichaam is een belangrijke functie van de nieren. Ze halen met name ongunstige stoffen uit het bloed en scheiden die uit via de urine. Als de nieren niet goed werken dan stapelen de afvalstoffen zich in het bloed op. Het bloed raakt hierdoor 'vervuild', wat het risico op hart- en vaatziekten significant doet toenemen.
De onderzoekers stelden vast dat de nieren als het ware 'luisteren' naar de activiteiten in de darmen en hun eigen activiteit verhogen naarmate er meer afvalstoffen aanwezig zijn. "Met deze studie hebben we een rechtstreeks bewijs geleverd voor de wisselwerking tussen darmen en nieren", zegt Björn Meijers (KU Leuven). "Verder onderzoek moet uitwijzen of we dit mechanisme in de nieren kunnen stimuleren om bijvoorbeeld nierfalen te voorkomen of het risico op hart- en vaatziekten verkleinen."