Er wordt almaar vaker een laparoscopische robotgeassisteerde radicale cystectomie uitgevoerd om blaaskanker te behandelen.
Om de met de gezondheid samenhangende levenskwaliteit (HRQoL) na die twee methoden met elkaar te vergelijken, heeft een onderzoeksteam een gedetailleerde en vrij langdurige analyse uitgevoerd van tal van functionele (urinaire, intestinale, seksuele) en psychosociale domeinen die door die ingrepen aangetast kunnen worden. De onderzoekers gebruikten daarvoor de gegevens van patiënten die deelgenomen hadden aan een RCT waarin een laparoscopische robotgeassisteerde radicale cystectomie (RARC) vergeleken werd met een open radicale cystectomie (ORC), en van een andere studie naar de met de gezondheid samenhangende levenskwaliteit.
De analyse omvatte in het totaal 72 patiënten (32 gevallen van RARC, 40 gevallen van ORC). Tussen 3 en 24 maanden na de radicale cystectomie werd er geen enkel significant verschil in de gemiddelde scores waargenomen. De gemiddelde verschillen op de verschillende domeinen van de QLQ-C30-vragenlijst (Core Quality of Life Questionnaire) waren klein, waardoor de algemene levenskwaliteit niet significant verschilde (-1,1; 95%-BI: -8,4 tot 6,2). Dat was eveneens het geval voor de specifieke domeinen voor blaaskanker op de QLQ-BLM30-vragenlijst: lichaamsbeeld (2,9; 95%-BI: -7,2 tot 13,1) en urinaire symptomen (8,0; 95%-BI: -3,0 tot 19,0).
Voor de met de urostomie samenhangende symptomen stelden de auteurs een significante interactie vast (p < 0,001), want na 3 en 24 maanden waren de scores lager met ORC. Voor de andere domeinen van de met de urinaire, intestinale, seksuele en psychosociale gezondheid samenhangende levenskwaliteit waren de resultaten vergelijkbaar.
Deze analyse van een brede waaier van HRQoL-domeinen toont dus aan dat we er niet van mogen uitgaan dat RARC tussen 3 en 24 maanden na de ingreep grote voordelen oplevert voor de patiënten, met uitzondering van de met de urostomie samenhangende symptomen. Volgens de auteurs mag de HRQoL op middellange en lange termijn niet als criterium gebruikt worden om tussen de robotgeassisteerde en de open techniek te kiezen. Die keuze moet veeleer gemaakt worden op basis van de ervaring en de mate waarin de chirurg zich comfortabel voelt met de techniek, zodat het beste oncologische resultaat bereikt wordt.