Raming van de prognose binnen een gegeven NCCN-risicogroep (National Comprehensive Cancer Network) blijft klinisch belangrijk gezien de vele therapeutische beslissingen die in elke risicogroep moeten worden genomen (bv. dosis van radiotherapie of hormoontherapie).
Onlangs is een prognostische biomarker gebaseerd op MMAI (Multi-Modal Artificial Intelligence) ontwikkeld en gevalideerd om het risico op meerdere eindpunten bij patiënten met een plaatselijke prostaatkanker preciezer te ramen dan op grond van de risicoscore die het NCCN in 2022 heeft bijgewerkt (1). De biomarker wordt ArteraAI Prostate genoemd.
De meta-analyse (2) is gebaseerd op de pathologisch-anatomische beelden en de klinische gegevens van patiënten met minstens één kenmerk dat wees op een hoog risico, namelijk klinisch stadium cT3 of cT4, Gleasonscore 8-10, PSA-gehalte > 20ng/ml of primair Gleasonpatroon 5, die hadden deelgenomen aan een van de zes gerandomiseerde fase 3-studies van de NRG/RTOG (n = 1.088). De vorsers hebben de oppervlakte onder de curve in functie van de tijd (tdAUC) gemeten voor de tijd tot optreden van een metastase op afstand en de sterfte aan prostaatkanker voor de klassieke klinische en pathologisch-anatomische criteria (leeftijd, PSA, Gleasonscore, T-stadium, aantal criteria van hoog risico) en voor het MMAI-model.
De mediane follow-up bedroeg 10,4 jaar. Het mediane PSA-gehalte was 21ng/ml. 60% van de patiënten had een Gleasonscore van 8-10 en 37% had een prostaatkanker stadium cT3 of cT4. Bij univariate analyse correleerde het MMAI-model significant met het optreden van metastasen op afstand (subdistribution hazard ratio: 2,05; 95%-BI: 1,74-2,43; p < 0,001) en de sterfte aan prostaatkanker (sHR: 2,04; 95%-BI: 1,73-2,42; p < 0,001).
Bij multivariate analyse was het MMAI-model gecorrigeerd voor de leeftijd, het PSA-gehalte, de Gleasonscore, het T-stadium of het aantal criteria van hoog risico de enige variabele die significant correleerde met het optreden van metastasen op afstand. De tdAUC van metastasen op afstand na vijf jaar (0,71) was hoger voor de MMAI-biomarker dan voor het PSA-gehalte (0,56), de Gleasonscore (0,61), het T-stadium (0,63) en het aantal hoogrisicocriteria (0,64). Ook de tdAUC van de sterfte aan prostaatkanker na vijf jaar was hoger met het MMAI-model (0,75) dan met de klinisch-pathologische criteria (van 0,53 tot 0,63).
Tot besluit, in die meta-analyse van patiënten met een hoogrisicoprostaatkanker voorspelde de MMAI-biomarker het individuele risico op metastasen op afstand en overlijden aan prostaatkanker beter dan de standaard klinische en pathologisch-anatomische kenmerken. Dat instrument kan artsen en patiënten dus helpen gezamenlijk een gepersonaliseerde beslissing te nemen.